Nederlands – 2Beschrijving van product en werkingBeoogd gebruikDe aandrijfeenheid is uitsluitend bestemd voor de aandrij-ving van uw eBike en mag niet voor andere doeleinden ge-bruikt worden.Naast de hier weergegeven functies kan het zijn dat op elkmoment softwarewijzigingen voor het verhelpen van foutenen voor functiewijzigingen geïmplementeerd worden.Afgebeelde componentenSommige weergaven in deze gebruiksaanwijzing kunnen, af-hankelijk van de uitrusting van uw eBike, in geringe mate af-wijken van de werkelijke omstandigheden.De nummering van de afgebeelde componenten heeft be-trekking op de weergaven op de pagina's met afbeeldingenaan het begin van de gebruiksaanwijzing.(1) Aandrijfeenheid(2) Snelheidssensor(3) Spaakmagneet van snelheidssensor(4) Snelheidssensor (smal)A)(5) MagneetB)A) afwijkende sensorvorm en montagepositie mogelijkB) afwijkende montagepositie mogelijkTechnische gegevensAandrijfeenheid Drive UnitPerformance Line CX/Cargo LineDrive UnitPerformance Line Speed/Cargo Line SpeedProductnummer BDU450 CX BDU490PNominaal continu vermogen W 250 250Draaimoment bij aandrijving max. Nm 85 75/85A)Nominale spanning V= 36 36Gebruikstemperatuur °C –5 ... +40 –5 ... +40Opslagtemperatuur °C +10 ... +40 +10 ... +40Beschermklasse IP 54 IP 54Gewicht, ca. kg 3 3A) Wordt door fietsfabrikant vastgelegdBosch eBike-systeem gebruikt FreeRTOS (zie http://www.freertos.org).FietsverlichtingA)Spanning ca.B) V= 12Maximaal vermogen– Voorlicht W 17,4– Achterlicht W 0,6A) afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land verschillende uitvoeringen via accu van eBike mogelijkB) Let er bij het vervangen van de lampen op of de lampen met het Bosch eBike-systeem compatibel zijn (vraag uw fietshandelaar) en of de op-gegeven spanning overeenstemt. Er mogen alleen lampen met dezelfde spanning vervangen worden.Verkeerd geplaatste lampen kunnen vernietigd worden!MontageAccu plaatsen of verwijderenVoor het plaatsen van de eBike-accu in de eBike en voor hetverwijderen dient u de gebruiksaanwijzing van de accu te le-zen en in acht te nemen.Snelheidssensor controleren (zie afbeelding A)Speedsensor (standard)De snelheidssensor (2) en de bijbehorende spaakmagneet(3) moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneetbij een omwenteling van het wiel op een afstand van mini-maal 5 mm en maximaal 17 mm langs de snelheidssensorbeweegt.Aanwijzing: Is de afstand tussen snelheidssensor (2) enspaakmagneet (3) te klein of te groot, of is de snelheidssen-sor (2) niet juist aangesloten, dan valt de snelheidsmeterin-dicatie uit en de eBike-aandrijving werkt in het noodlooppro-gramma.Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet (3) los enbevestig de spaakmagneet zodanig aan de spaak dat deze opde juiste afstand langs de markering van de snelheidssensorloopt. Verschijnt ook daarna geen snelheid op de snelheids-meterindicatie, neem dan contact op met een geautoriseer-de rijwielhandel.0 275 007 XD4 | (18.03.2020) Bosch eBike Systems92