65Problemen oplossenNEDERLANDSWEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen z Bij gebruik van WEPDe sleutellengte, de sleutelindeling, de te gebruiken sleutel (1 tot 4) en deverificatiemethode moeten hetzelfde zijn op het toegangspunt, het apparaaten de computer.Bij toegangspunten waarvoor automatisch gegenereerde WEP-sleutelsworden gebruikt, gebruikt u de hexadecimale sleutelindeling voor hetapparaat.Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt of neem contact op met defabrikant voor informatie over het controleren van de WEP-sleutel.Bijvoorbeeld:Wanneer u een 64-bits sleutel gebruikt en de tekenreeks "canon" invoert,worden op een toegangspunt de volgende sleutels gegenereerd:Sleutel 1: C9 42 28 B8 AESleutel 2: 87 C0 FB 05 6BSleutel 3: 9A 15 FB F6 F3Sleutel 4: 62 56 67 58 44Om communicatie tussen het apparaat en dat toegangspunt mogelijk temaken, moet u op het apparaat de sleutel invoeren die door hettoegangspunt is gegenereerd. U moet deze sleutel invoeren in dehexadecimale indeling.Normaal gesproken selecteert u [Auto] bij [Authentication/Verificatie]. Ukunt ook [Open System/Open systeem] of [Shared Key/Gedeelde sleutel]selecteren, afhankelijk van de instellingen van het toegangspunt.Wanneer u een [WEP key/WEP-sleutel] invoert bij [Network Key/Netwerksleutel] of [Network Password/Netwerkwachtwoord] in hetscherm [Access Points/Toegangspunten], wordt het sleutelnummeringesteld op [1] en wordt [Authentication/Verificatie] ingesteld op [Auto].De lengte en indeling van de sleutel zijn gebaseerd op de waarde van deingevoerde sleutel.OpmerkingWanneer u AirPort gebruikt, controleert u de instellingen bij [Wireless Security/Draadloze beveiliging] in het [AirPort Admin Utility/Airport Admin-hulpprogramma].z Als [40 bit WEP/40-bits WEP] is ingesteld, selecteert u [64 bit/64-bits] voorde sleutellengte.z Selecteer [1] bij [Key ID/Sleutel-ID]. Bij een andere instelling kan er binneneen draadloos LAN geen communicatie tussen de computer en het apparaatplaatsvinden.z Bij gebruik van WPA of WPA2De verificatiemethode, het wachtwoord en het type dynamische coderingmoeten hetzelfde zijn op het toegangspunt, het apparaat en de computer.Voer het wachtwoord in dat op het toegangspunt is ingesteld (eentekenreeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een hexadecimaal getal van64 tekens). Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt of neem contactop met de fabrikant voor informatie over het controleren van het wachtwoord.Selecteer [TKIP (Basic Encryption)/TKIP (Standaardcodering)] of [AES(Secure Encryption)/AES (Veilige codering)] voor de dynamischecoderingsmethode.OpmerkingDit apparaat biedt ondersteuning voor WPA-PSK (WPA-Personal) en WPA2-PSK (WPA2-Personal). WPA-Enterprise en WPA2-Enterprise worden nietondersteund.Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen