115InstallatieDit apparaat mag nooit dicht bij warmtebronnen wordengeïnstalleerd, bv. verwarmingselementen of kooktoestellen,noch op vochtige plaatsen.Vraag één of twee andere personen om hulp bij het installerenvan dit apparaat. Dit apparaat kan scherpe randen hebben.Draag PBM die geschikt zijn voor de taak en het milieu.• Om ervoor te zorgen dat het apparaat waterpas staat, moetu gebruik maken van de in hoogte instelbare pootjes aan devoorkant van het apparaat.• Het koelsysteem aan de achterkant van het apparaat mag deachterwand niet raken. Hoe groter de ruimte, hoe beter.• Het apparaat moet worden geïnstalleerd met voldoendeventilatie. Zorg ervoor dat er boven het apparaat ruimte is omlucht te laten te ontsnappen en dat er ruimte is tussen deachterkant van het apparaat en de wand.Installeer dit apparaat op een plaats waar deomgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse dievermeld staat op het typeplaatje van het apparaat:• Uitgebreid gematigd (SN): “dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bijomgevingstemperaturen van 10 °C tot 32 °C”• Gematigd (N): “dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen van16 °C tot 32 °C”• Subtropisch (ST): “dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturenvan 16 °C tot 38 °C• Tropisch (T): “dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen van16 °C tot 43 °C”NIET MEER DAN 40° KANTELEN